HIT- antilichamen

Beschrijving van de test

Synoniem: Heparine geinduceerde plaatjesantilichamen
Voorkeurstaaltype: Plasma citraat
Volume: 1 mL
Uitvoeringsfrequentie: 1x/week
Antwoordtijd: <7 dagen
Uitvoering in Urgentie: nee
Onderaanneming: ja
Aanvraagcode: HIT.AL
Belac - accreditatie 459-MED: nee

Afname van het materiaal

Afname en transportcondities: ingevroren verzenden
Afname instructies: Richtlijnen bij staalafname

Overheidsinformatie

RIZIV Nomenclatuur: 545451
Nomenclatuur: 545451 - 545462 B 1500 Detectie van heparine geïnduceerde antilichamen (detectie van heparine geïnduceerde trombocytopenie)#(Maximum 1) (Diagnoseregel 142)
Bron: RIZIV website op 19/04/2024

Referentiewaarden van de test

Leeftijd Mannen Vrouwen
Negatief Negatief

Extra informatie

Extra Informatie: Het resultaat van de ELISA en de functionele test moet steeds geïnterpreteerd worden samen met de Warkent in 4 T- score (score tussen 0 - 8) op basis van de thrombocytendaling, tijdstip thrombocytendaling, aanwezigheid van trombose of huidnecrose, aanwezigheid van andere oorzaken van trombopenie.
Dit resulteert in HIgh Risk : score 6 -8; Intermediate Risk: 4 - 5; Low Risk: 0 -3.

Ongeacht de testresultaten moet een patient met HR 4T- score als HIT beschouwd worden.
Bij IR en een ELISA met OD > 1.0 is de post - test probabiliteit voor HIT 64% (95% CI 50 - 74%). HIT wordt dan geconfirmeerd als de functionele test ook positief is.
Bij LR en een ELISA met OD >1.0 is de post - test probabiliteit voor HIT 0%.
Een functionele test is dan in principe overbodig.
Bij een zwak positief resultaat (OD 0.3 - 1.0) is er geen evidentie voor HIT.

Laatst gewijzigd op

Glims system
2023-10-25